KAATSHEUVEL - Het centrum van Kaatsheuvel loopt leeg, in de laatste vier jaar valt de leegstand steeds meer op. "We moeten wel wat gaan doen nu", vertelt wethouder Louis Laros in een interview met Eric Dankers in Langstraat Languit over de leegstand in Kaatsheuvel. Een aantal jaar geleden was het plan om het Anton Pieckplein door te trekken, maar daar is uiteindelijk niets van gekomen. De gemeente zegt nu wel een plan te hebben. Het centrum moet aantrekkelijker en beweegbaarder worden. Het moet precies genoeg oppervlakte krijgen om zo de leegstand weg te werken.
De huur van de panden in het centrum van Kaatsheuvel is erg hoog. Veel huurders krijgen geen proefperiodes meer, maar moeten meteen aan een jarenlang contract. Soms wel voor vijf jaar lang. De gemeente vindt dit zorgelijk, zij willen namelijk wel dat bedrijven kunnen blijven groeien. Met het vaststellen van de contracten heeft de gemeente niets te maken, dat is tussen de ondernemer en vastgoedeigenaar zelf. De gemeente is wel in contact met de vastgoedeigenaren, maar uiteindelijk ligt de beslissing bij de vastgoedeigenaar.
In 2023 is er bekeken hoeveel vierkante meter aan winkels, supermarkten en horeca Kaatsheuvel heeft. Het bleek dat het dorp te veel winkelpanden heeft, genoeg supermarkten, maar dat er nog een grote kans ligt bij de horeca. De meeste winst voor het dorp zal dan ook in het toerisme zitten. Laros denkt dat toeristen ook wel een leuk centrum willen zien en niet alleen maar de Efteling of de Loonse en Drunense Duinen. Het Anton Pieckplein kent al wat horecazaken, maar daar kan volgens Laros nog wel wat bij.
Het huidige winkelgebied loopt van het Anton Pieckplein langs de Peperstraat. Ook een deel van de hoofdstraat - van de Primera tot aan de Hoofdpoort - hoort bij het winkelgebied. Dit is veel te groot volgens Laros: ''Het winkelcentrum moet compacter worden.'' Laros stelt aan de gemeente voor dat het winkelgebied gecentreerd moet worden, zodat de lege panden tussen de winkels verdwijnen. "Kaatsheuvel moet een leuk dorp zijn, waar mensen graag eens gaan lunchen en een winkel bezoeken, niet zoals alle andere dorpen in Nederland."
"Er zijn nog heel veel koppen koffie en thee te drinken tot er dingen in beweging gezet kunnen worden. We moeten wel snel starten want de nood wordt steeds hoger." De gemeente hoopt over vijf jaar een verbetering te zien die nu nog niet te halen is.