Tijd, schapen en geduld: hoe schaapskuddes ons landschap herstellen

DE LANGSTRAAT - Met zijn hond voorop en tweehonderdvijftig schapen in zijn kielzog trekt Bart van Ekkendonk door de stuifzanden van de Loonse en Drunense Duinen. Je kan hem zelfs midden in Tilburg tegenkomen, op weg naar het Leijpark. Waarom zijn schaapskuddes belangrijk voor het landschap in de Langstraat? En wat is er zo mooi aan het beroep?

Schaapherder Bart van Ekkendonk komt het terrein van de Lachende Ooi aan het Moleneind in Loon op Zand oplopen. De Lachende Ooi is gespecialiseerd in landschapsbeheer met schaapskuddes. In totaal beheert de Lachende Ooi acht kuddes van 250 schapen. Van april tot november gaan zij de natuur in. Van Ekkendonk opent de deuren van uitspanning Het Blauwe Schaap, de naastgelegen horecagelegenheid. Het hangt er vol met schilderijen en foto’s van schapen. Zes jaar geleden kocht hij de boerderij, in samenwerking met de gemeente Loon op Zand en de gemeente Tilburg. Op de achtergrond is het gemekker van de schapen te horen. "Dit zijn drachtige moederschapen die in de winter zullen bevallen. De andere schapen uit de kuddes verblijven momenteel bij boeren in de buurt, in Tilburg en de Langstraat’’, vertelt Van Ekkendonk. 

Van het bedrijfsleven naar de natuur
Vijftien jaar geleden had Van Ekkendonk niet kunnen bedenken dat hij ooit schaapherder zou worden. Hij werkte in de horeca, als filiaalmanager in een supermarkt en op kantoor. Hij wist nooit echt wat hij wilde worden. "Ik was al mijn banen per toeval ingerold. Tot ik dacht oké, wat wil ik nou echt doen? Wat ga ik bewust kiezen?", vertelt Van Ekkendonk. Werken in de buitenlucht en bezig zijn met dieren trok hem aan. Als hij beroepskeuzetesten deed, kwam daar vaak boswachter uit.

"Het idee om schaapherder te worden kwam steeds vaker in mijn gedachten voorbij. Ik besloot een herder te gaan helpen als vrijwilliger, om te kijken of het iets voor mij was. Het beviel zo goed dat ik daarna een cursus volgde om het vak écht te leren. Toen werkte ik een tijdje in Brabant en op de Utrechtse Heuvelrug. Tot ik dertien jaar geleden in Loon op Zand mijn eigen kudde kon starten.''

Kudde in beweging
Het werkgebied van de schaapskuddes is een grote cirkel rondom Tilburg. In de Langstraat gaat Van Ekkendonk met zijn schapen naar de Vestingwallen in Heusden, het Drongelens Kanaal, Huis ter Heide, en de Loonse en Drunense Duinen. Op de heide in de Loonse en Drunense Duinen grazen de schapen jonge boompjes weg, gaan ze vergrassing tegen en snoeien ze de hei. Zo zorgen de schapen ervoor dat er veel soorten kunnen groeien.

“Onze opdrachtgever Natuurmonumenten stelt doelen en wij maken een begrazingsplan om die doelen te bereiken. Pas na jaren worden de resultaten zichtbaar. We stemmen ons werk voortdurend af op de golfbeweging van de natuur. Je ziet dat door het grazen met schapen de vergrassing is teruggedrongen en dat er meer structuur is ontstaan in het gebied, waarvan soorten kunnen profiteren’’, vertelt Van Ekkendonk. Bij de Roestelberg werd in 2010 veel bos gekapt. “Destijds riep dat weerstand op, maar nu, vijftien jaar later, is er een structuurrijke hei ontstaan, mede dankzij de grazende schapen."

Aandacht en kennis
Van Ekkendonk vertelt hoe een dag als schaapherder eruit ziet: ‘’In de Loonse en Drunense Duinen overnachten de schapen binnen een omheining van feloranje netten. ’s Ochtends vroeg komt de herder naar de kudde om de gezondheid van de dieren te controleren. Vervolgens stuurt hij samen met zijn hond de schapen uit de omheining, richting de plekken waar ze die dag moeten grazen. Een paar uur grazen ze op de ene locatie, daarna schuift de kudde een stukje op naar een volgend stuk hei.’’  Het romantische beeld van een herder die achterover leunt terwijl zijn hond en schapen hun werk doen, klopt volgens Van Ekkendonk niet helemaal. Er komt veel meer bij kijken: “Voortdurend observeert een herder de natuur, houdt hij verschillende plant- en diersoorten in de gaten en let hij op bijzonderheden in het landschap. Daarom vraagt het vak kennis van én aandacht voor de natuur."