Jules Bakx voer de Noordzee over op waterstof: “Magisch moment”

DONGEN/DELFT - Dongenaar Jules Bakx (23) is sinds afgelopen week onderdeel van de geschiedenisboeken. Als lid van het TU Delft Hydro Motion Team voer hij als eerste de Noordzee over met een boot die volledig voer op waterstof.

Het Hydro Motion Team bestaat uit 23 studenten van de TU Delft, die elk jaar wisselt. Ieder schooljaar gaan zij een unieke uitdaging aan op het gebied van innovatie en duurzaamheid. Hierbij wordt specifiek gefocust op de maritieme sector. Deze sector heeft alles te maken met zeevaart. "We ontwerpen, bouwen, testen en varen met onze eigen boot. De meeste onderdelen produceren we in eigen huis of bij ondersteunende partners."

Normaal gesproken doet het team mee aan een internationale wedstrijd, maar het team van Jules wilde een grotere, nog uitdagendere, challenge. "Tijdens de voorbereiding kwamen we op het idee om van Nederland naar Engeland te varen met een waterstof boot. Als dit zou lukken zouden we de allereerste zijn die de Noordzee oversteken op waterstof."

Het resultaat is inmiddels bekend, maar in eerste instantie was het maar de vraag of Jules überhaupt onderdeel zou zijn van het team. "Alle studenten van de TU Delft konden zich aanmelden. Je doorloopt een uitgebreide selectieprocedure waarin onder andere je CV en ervaring een rol spelen. Bovendien wordt er een interview afgenomen." Uiteindelijk beslissen oud deelnemers van het team wie worden toegelaten. Jules zat als student 'industrie ontwerpen' bij de gelukkigen.

Nadat alle voorbereiding was getroffen, vertrok het team begin juli naar de haven van Breskens (Zeeland). "We hadden een week om de oversteek te maken", vertelt Bakx. Het exacte vertrekmoment werd bepaald op basis van 'go' en 'no go' criteria. "We houden rekening met de hoogte en opvolgingssnelheid van de golven. Bovendien houden we het weer constant in de gaten."

Helaas werd de eerste poging verstoord door een storm die op kwam zetten, gevoed met onweer en regen. Twee dagen werd het vertrek uitgesteld, maar op 11 juli kon dan eindelijk worden vertrokken. Rond 11 uur voer Jules uit met zijn team, op weg naar de Engelse kustlijn. Tussendoor was er nog een probleem met de reservebatterij, maar dit probleem kon snel worden opgelost met een pitstop bij de landcrew. Het team van studenten wordt immers opgedeeld in het waterteam (zij voeren de daadwerkelijke vaart) en het landteam (staan klaar aan de kust om te helpen). Jules vertelt dat hij trots is op het hele team, zowel op zee als op land: "Het is mooi en bijzonder om de samenwerking te zien. Dat we zo snel met zijn allen een probleem kunnen oplossen."

Na drie uur varen was er geen land meer in zicht. De Nederlandse kust was reeds uit beeld en de Engelse kust was in geen velden of wegen te bekennen. "Er was alleen maar zee om ons heen. Het enige wat we naast water zagen, waren windmolenparken en vrachtschepen." Ook zagen de vaarders een boei voorbijkomen op 2/3e van de rit. Deze boei belichaamde het 'point of no return'. "Als we hier voorbij waren was er geen mogelijkheid meer om terug te gaan. De Engelse kust was vanaf dat moment namelijk dichterbij dan de West-Europese kust."

In de loop van de avond kwam de kust van Groot-Brittannië in zicht. Eerst was er nog een zonsondergang te zien, welke Jules beschrijft als 'magisch'. Uiteindelijk meerden ze om 22.30 uur aan in Engeland, waar de landcrew, familieleden en locals het waterteam stonden op te wachten.

Jules kijkt al met al trots terug op het afgelopen jaar en hoopt de maritieme sector te hebben wakker geschud: "Ik heb de studie een jaar stopgezet om hier full time aan te werken. Als je met zijn allen er vol voor gaat kun je echt heel veel bereiken is wel gebleken! Als wij met 23 studenten in 1 jaar een duurzame oplossing kunnen realiseren, dan moet de maritieme industrie ook in staat zijn om hun machinerie te laten varen op duurzamere brandstof."