Er zijn een aantal puissant rijke mensen op deze wereld. Die hebben het geld
geërfd of in sommige gevallen verdiend met succesvol ondernemen. Ze hebben
uiteindelijk zoveel dat ze het van zijn lang zal zijn leven niet meer op kunnen
maken. Je zou denken: hoe kan iemand nu zo rijk worden. Als in Nederland BOX 3
om de hoek komt kijken dan is de belastingbetaler al geheel in paniek. Ik moet
vermogensbelasting gaan betalen! Er is niets zo vies dan belasting betalen. Dan
pakken ze je geld af en geven het aan een ander of geven het uit aan iets wat jij
niet gevraagd hebt. Waarom bijvoorbeeld geld aan scholing als ik geen kinderen
heb? Belasting betalen is een toonbeeld van solidariteit en daar hebben we in het
ik-tijdperk een broertje dood aan. Dat met dat geldzaken kunnen worden gedaan
waaraan iedereen plezier of gemak heeft gaat men aan voorbij. Ik zie zomaar een
particuliere onderneming geen brug over een rivier aanleggen en als dat wel zo is
dan zal er forse tol worden geheven als deze in gebruik wordt genomen. Dan
wordt er toch ook weer gemopperd.
Hoe kan het zijn dat mensen, ondanks de hoge belastingdruk toch zo rijk worden?
Om te beginnen hebben deze mensen juristen in dienst, die uitzoeken hoe je
vermogen zo kan beleggen of verschuiven dat je niets of nauwelijks belasting
betaalt. De Zuidas van Amsterdam staat vol met juridische adviesbureaus die je
daarbij graag helpen. Dan heb je hypocriete regeringen, zoals de onze, die het
voor vermogenden interessant maken om het geld in een bepaald land onder te
brengen. Belastingparadijzen, die de rijke wereldburger of -ondernemer de fiscale
hand boven het hoofd houden. Het gevolg is dat de erg rijke mens alleen maar
rijker wordt.
Als nu zo’n rijkaard zelf door heeft dat de enorme rijkdom hem verder geen
genoegen geeft, dan komen ze vaak op het idee om een stichting -een
foundation- op te richten die een deel van het vermogen gaat beheren en
verdelen over bepaalde ‘goede’ doelen. Deze zogenaamde filantropische
instellingen geven geld aan doelen die de vermogende wereldburger zelf
uitzoekt. Wil men geld aan onderzoek geven voor kanker of voor groene bossen
in de Sahara of onderzoek op Mars; het kan allemaal.
Ook hier worden weer constructies gebruikt om vooral overheden buiten spel te
zetten. Met hun regels kunnen regeringen namelijk het de filantroop moeilijker
maken of zullen ze gedwongen kunnen worden geld af te romen naar de staat.
Daar zit de filantroop niet op te wachten.
Het lijkt er dus op dat de vele miljarden die beschikbaar komen voor doelen een
welkome financieringsbron zijn voor het welzijn. Maar is dit wel zo? Waarom
bijvoorbeeld groene bossen in de Sahara financieren in plaats van het
terugdringen van milieuvervuiling. Nee, de filantroop had een halfzus van een
tante in de Sahara wonen en het was zo erg dat er daar geen bossen waren; daar
moet geld naar toe. Pure willekeur dus.
Het grote voordeel van democratische regeringen is dat besluiten over
investeringen worden genomen op basis van maatschappelijke prioriteiten en in
meerderheid. Dat zijn dus geen eenmansbeslissingen. Dat is bij de filantroop wel
anders. Die acteert als God. Doen de filantropen met hun foundations dan alles
verkeerd? Nee, uiteraard wordt heel veel geld nuttig besteed aan goede doelen,
maar zou het niet verstandiger zijn het geld aan de staat te geven, met een
algemene opdracht dit kapitaal nuttig te besteden binnen een bepaalde hoek,
zoals bijvoorbeeld natuurbehoud, infrastructuur, onderwijs of volksgezondheid.
Een paar jaar geleden had een zeer rijke Zwitserse erfgename dit gedaan, juist
om aan te geven dat de regering het beste wist waar het geld aan besteed moest
worden. Dat werd breed uitgemeten in de pers, maar veel navolging heeft het
niet gekregen.
Het vertrouwen in de regeringen is niet groot bij de filantropen. Er blijft teveel
aan de strijkstok hangen, volgens hen. En het streelt het ego veel meer als
ergens staat dat iets mede mogelijk gemaakt is door de foundation van de
filantroop.
Maar omdat een enorm deel van het wereld handelsvermogen in handen is van
een zeer kleine groep mensen kunnen ze invloed uitoefenen op regeringen, zeker
met hun foundations als geldschieter.
Persoonlijk ben ik blij dat vele miljarden aan goede doelen worden besteed, maar
dat dit gebeurt door een zeer select rijk gezelschap kan mij niet bekoren. Als die
vermogenden gewoon hun belasting zouden betalen, waren we beter af.