Conclusies jeugdhulp in Waalwijk gepresenteerd

WAALWIJK - De gemeente Waalwijk heeft het ervaringsonderzoek van cliënten die gebruik hebben gemaakt van jeugdhulp, gepresenteerd. Uit dit onderzoek kwamen een aantal zaken naar voren.

Laag aantal deelnemers Waalwijk
In totaal namen er ruim 1.100 mensen deel aan het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in de regio Hart van Brabant. Elf gemeenten waren onderdeel van het onderzoek, waaronder Waalwijk. In die gemeente vulden slechts 89 mensen het onderzoek in. Daarmee zijn zij verantwoordelijk voor bijna acht procenten van alle invullers. Het rapportcijfer wat de gehele regio geeft aan de jeugdhulp is een ruime voldoende: 7,4. Waalwijkers zijn licht kritischer in de eindbeoordeling, maar geven de hulp nog steeds een ruime voldoende: 7,1.

Snelle hulp en hulpverlening 
De diepgaandere cijfers van de regio en de gemeente Waalwijk verschillen op sommige plekken flink. Zo wist 65,88 procent van de invullende Waalwijkers waar ze terecht konden met een hulpvraag. In de regio ligt dat percentage een stukje lager. Daar wist namelijk 59 procent van de invullers bij wie ze terecht konden. Op de vraag of de mensen snel geholpen worden? Daar waren de Waalwijkers een stuk pessimistischer over. Zo was namelijk 27 procent van de Waalwijkse invullers het 'zeer oneens' met die stelling. Dat komt neer op 25 mensen. In de gehele regio vond 20 procent dat ze alles behalve snel geholpen werden. Dit klinkt in eerste instantie negatief, maar aan de andere kant vond de ruime meerderheid juist wel dat ze snel geholpen worden. Bijna 83 procent van de invullers uit Waalwijk vindt dat ze serieus genomen zijn, door degene die de hulp geboden heeft.

Vaker oneens 
Het is geen uitzondering op de regel, dat Waalwijkers een iets negatiever beeld laten zien in het onderzoek. Zo hebben de invullers uit 'Wolluk' bij elke stelling vaker 'zeer oneens' ingevuld dan de invullers uit de rest van de regio. Een logisch gevolg hiervan is dat de mensen uit Hart van Brabant een stelling vaker met 'zeer eens' beantwoorden. Bij één stelling is het verschil overduidelijk: 'Door de hulp gaat het beter op school, werk of dagbesteding.' Bij deze stelling was twintig procent van de Waalwijkers het zeer oneens. Een unicum in de lijst, want bij geen andere stelling kwam het percentage bij dat antwoord boven de twintig procent uit. Om te vergelijken, uit de resultaten van de regio blijkt dat slechts twaalf procent het hier totaal niet mee eens is. Bij de stelling 'Door de hulp is mijn gedrag verbeterd' hebben bijna 20 procent van de Waalwijkers de stelling met 'zeer oneens' beantwoord.

Conclusie gemeente
De gemeente schrijft in de raadsinformatiebrief niet tevreden te zijn met de uitkomst. Een duidelijke reden voor de negatieve tendens in de uitkomsten kan de gemeente niet geven: ''We kunnen dit verschil niet precies duiden omdat we op een andere manier zijn gaan
meten. Niet alleen wijken de vragen af, maar vooral het feit dat we mensen nu bevragen na beëindiging van hun hulpverleningstraject en niet tijdens dit traject zal de resultaten beïnvloeden''.

Ondanks het feit dat de gemeente van mening is dat de resultaten minder betrouwbaar zijn, mede door het lage aantal invullers, nemen ze de resultaten wel mee in het beleid. De uitkomsten zullen worden meegenomen in de ontwikkeling rondom de Koers Sociaal Domein.