Ik ben er niet goed in en nooit geweest. Sport. Het kijken ernaar heb ik altijd leuker gevonden dan het doen. En eigenlijk schaam ik me ook best voor het kijken. Ik ben bovendien een luie kijker. Ik ga niet naar stadions, sporthallen of -velden. Dat is mij te druk en je ziet het live ook slechter dan op de buis, dus waarom zou ik? Ik zit dus gewoon voor de TV. Het is een vorm van tijdverdrijf.
Het heeft geen enkel nut om te kijken. Je kunt de uitslag op geen enkele manier beïnvloeden en voor wie moet je eigenlijk zijn? Er is geen enkele band met de deelnemers van sportwedstrijden en hun clubs, noch met mij. Bij professionele sporters is het maar de vraag of ze eigenlijk wel weten voor wie ze spelen. Het zijn duurbetaalde verwende slaven die op geen enkele wijze verbonden zijn met de club, behalve via hun bankrekening. En dan moet ik als kijker enthousiast worden over de prestaties van ‘onze’ club. Beïnvloeden kan waarschijnlijk ergens toch wel, want als je de shirtjes van de sporters bekijkt worden de meeste clubs gesponsord door bedrijven die wedden op sportuitslagen. Met gokken op sportuitslagen zijn gigantische bedragen gemoeid en niemand wil verliezen, dus vindt u het gek dat ik vermoed dat omkoping om de hoek ligt? En aangezien de dure koopwaar, de sporter, een onzekere factor is in de business, is het van belang dat er zoveel mogelijk geld beschikbaar komt bij de clubs. Niets wordt geschuwd. Stadions worden geschonken door gemeentes voor een euro om later weer te worden doorverkocht voor tientallen miljoenen om de kas te spekken. Weg gemeenschapsgeld. Clubs zijn in eigendom van schimmige oligarchen uit vreemde oorden, waarbij je je afvraagt of de financier eigenlijk wel ooit van zijn leven heeft gehoord van de club waar hij – het is nooit een zij – zijn geld insteekt. En gezien het hoge risico op verlies, heeft het investeren in de club de schijn tegen dat het geïnvesteerde kapitaal uit legale kringen komt. En onder de streep wint dus de rijkste club, die de duurste en beste spelers kan betalen. En dan hebben we het nog niet over de bobo’s van de overkoepelende organisaties die samen de meest onzinnige randvoorwaarden verzinnen om hun sponsors te pleasen, zoals het voetballen in een woestijn of racen door de stad.
Wat heeft dit alles met sport te maken? In mijn ogen niets. De prestaties van clubs zijn rechtstreeks te relateren aan de verlies- en winstrekening en de binding tussen de sporters en hun clubs ontbreekt. Een sporter wordt gezien als een ‘loser’ en sentimentele dweil als deze besluit bij zijn club te blijven, omdat hij het er zo goed naar zijn zin heeft. Het grootste talent verdwijnt uiteindelijk ergens in een vage competitie in een woestijn staatje. Zelfs uit het zicht van de supporters, uitsluitend gereserveerd voor het kapitaal.
De supporters begrijp ik ook niet. Vaak zijn ze idolaat van hun club, maar afgezien dat het stadion in hun stad staat is er geen enkele binding tussen de club, de sporters en de stad. Het is maar de vraag of er één Rotterdammer bij Feyenoord speelt of een Bredanaar bij NAC. Waarom die blinde verheerlijking?
Ik snap dus ook mijzelf niet waarom ik naar sport kijk, terwijl het niets met sportiviteit te maken heeft. Een vorm van chauvinisme, terwijl ik van mening ben dat landsgrenzen ook maar bedacht zijn? Een heroïsche trots als de natie wint? Een calimero-effect: zie ons klein landje toch groot zijn? Het zijn niet-rationele gevoelens die hierbij een rol spelen, die ik ook niet kan verklaren. Toch wind ik me van binnen op als sportwedstrijden niet of juist wel verlopen zoals ik hoop.
Wordt het tijd voor een psycholoog of…..