Column: Centraal Planbureau door Rinus Krijnen

Winst maken is voor vele bedrijfstakken een belangrijk doel. Vooral in de maak industrie is dit een
zeer belangrijk maatgevend gegeven, zeker als het bedrijf beursgenoteerd is. Met de neo liberale
wolk die de afgelopen decennia binnen politiek Nederland heeft rondgewaard, werd ook Nederland
als een soort BV bestuurd. Dom natuurlijk, want een land is er niet op uit om op korte termijn veel
‘winst’ te maken, maar juist om een leefbare wereld voor ons nageslacht te realiseren. Helaas haal je
met dat laatste geen stemmen mee. Moet je een belangrijke investering goedkeuren om de wereld te
redden, dan wijst het huidige rechtse electoraat dit resoluut af, stelt het uit of zwakt het af. En de
politicus zelf zit hier ook niet op te wachten. Goede kans dat de herverkiezing bij een volgende
verkiezing door zo’n besluit door hem of haar op de buik geschreven kan worden; dit alles door
gebrek aan korte-termijnresultaten.

Hoe langer hoe meer denken de mensen: na mij de zondvloed: erg overgewaaid uit de Verenigde
Staten. Halverwege de jaren 80 kwam men daarom op het idee om de verkiezingsprogramma’s van
de partijen door te laten rekenen door het CPB, het Centraal Planbureau. Dat leek een uitkomst.
Ik heb zelf nogal een carrière gehad die over geld en processen ging. Wat kost dit en wat kost dat? En
hoe gaan we dit organiseren en daarbij moest ik vooral kijken naar de kostenkant. Hoe kunnen we
diensten goedkoper aanbieden. Ik werkte niet in de maakindustrie, maar in de dienstensector, in mijn
geval de financiële dienstensector. Belangrijk is bij procesinnovatie dat de gebruiker -zo worden de
klanten van de diensten genoemd- de dienst als gemakkelijk ervaart; beter dan de oude processen.
En dan kom je op een gevaarlijk terrein. Wanneer is iets beter? Wat de ene beter vindt, vindt de
ander juist slechter. Binnen het bedrijf moesten de opbrengsten daarom worden ingeschat om de
investering te kunnen verantwoorden. Dat gaf je ook ruimte om ongebreideld kosten te
overschrijden. En is de winst voor het bedrijf dan de cruciale factor om het succes te bepalen? Bij een
dienstensector is dat zeer onzeker.

En zo is het ook met de politiek. Het landsbestuur is één grote dienstensector en de opbrengst zit
bijna uitsluitend in de beleving van de burger.

Lilian Marijnissen van de SP bracht afgelopen tijd een bericht uit dat ze haar verkiezingsprogramma
niet liet doorrekenen door het CPB. Als Lilian Marijnissen iets zegt, ben ik het er bijna altijd mee eens.
Het enige nadeel van haar is dat ze een marginale compromisloze partij achter zich heeft staan,
waarmee je dus nooit de wereld kunt winnen. Een opmerkelijk bericht, omdat de meeste partijen
vaak met enige trots de resultaten van de doorrekeningen van het Centraal Planbureau gebruiken als
onderdeel van hun verkiezingscampagne. En uiteraard alleen als het gunstig is. Lilian vertelde dat de
rekenmeesters van het CPB alleen rekening houden met rationele cijfers. Bijvoorbeeld: investeer je
ergens 1 miljard, dan is dit probleem opgelost en de opbrengst is dat deze kosten uiteindelijk lager
worden. Nergens straalt hiermee de ervaring uit van diegenen die onderdeel uitmaken van deze
investering. Wat vinden de uiteindelijke klanten –de gebruikers- hiervan? En het mag voor de staat
dan wel geld opleveren, maar mijn situatie verandert en is dat dan beter?

Vooral in dienstverlening en dus ook in de politiek is inderdaad zeker niet alles direct in euro’s te
duiden. De beleving van de maatschappij is eigenlijk een veel belangrijke maatstaf dan de
terugverdientijd. Zeker als je voorstellen doet die waarschijnlijk alleen erg veel geld kosten en de
meetbaarheid van het resultaat van deze investering niet zo in geld is uit te drukken, kan ik begrijpen
dat Marijnissen het CPB overslaat.

En dan hebben we als hoop voor de toekomst de nieuwe partij van Pieter Omtzigt. Hij wil afrekenen
met het korte-termijndenken en probeert met zijn partij de ‘werkelijke’ problemen van de
maatschappij aan te pakken. En dat zonder de angst om stemmen te verliezen. Dit lijkt op hoe politiek
bedreven zou moeten worden. Staan voor de toekomst, leren van het verleden en nu een brug slaan
om de toekomst beter te maken. Een uitspraak uit 1975, die ik ken van Broeder Clarentius van de
pedagogische academie, om geschiedenisonderwijs te verantwoorden. ​

Grote misser is de naam van de partij. Nieuw Sociaal Contract, Op zich een duidelijke naam die
aangeeft wat het hoofdthema is, maar waarom ‘Nieuw’? Gaat deze partij over 10 jaar Oud Sociaal
Contract heten? Elke marketeer had Pieter kunnen vertellen dat het niet zo slim is om iets ‘nieuw’ te
noemen als je een tijdje mee wil gaan. Maar ja, Pieter is ook wel een beetje eigenwijs.

Ook NSC zal de cijfers van het CPB moeten ontberen -hij is te laat- , maar Pieter is zelf een kundig
rekenwonder. En blijkbaar zijn er al hele volksstammen het huidige stinkende politieke moeras al zo
beu, dat ze poppetjes blindelings gaan vertrouwen, al heeft deze nog geen duidelijk programma
gepresenteerd en is hij ook niet van plan de kar te gaan trekken. Hij gaat veel stemmen winnen.

Ik raad deze mensen aan om de film ‘Life of Bryan’ te gaan bekijken van Monty Python’s Flying Circus.

Messias worden omdat iedereen jou als zodanig ziet, geeft grote problemen. Desondanks kun je wel
1,5 uur lekker lachen.