Aantal daklozen stijgt, hoe gaat het met kwetsbaren in De Langstraat?

DE LANGSTRAAT – Landelijk is er een grote stijging te zien in het aantal daklozen. Naar schatting waren 33 duizend mensen tussen de 18 en 65 jaar begin vorig jaar dakloos in heel Nederland. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Dat zijn er meer dan een jaar eerder, toen in die leeftijdscategorie 30.600 mensen geen dak boven hun hoofd hadden.

Hoe staat het ervoor in De Langstraat? En hoe kijken verschillende instanties zoals de voedselbank, daklozenopvang en de gemeente naar deze kwetsbare en dakloze mensen?

Wat zijn dak- en thuislozen en waar kunnen ze heen?
Je hebt dak- en thuislozen, dit zijn twee verschillende groepen. Daklozen hebben geen vaste woon- of verblijfplaats en ook geen adres om te wonen of te logeren. Dit in tegenstelling tot iemand die thuisloos is. Diegene wisselt steeds van onderdak of verblijfplaats. Een ander verschil is dat een thuisloze soms wel ingeschreven staat bij de BRP (Basisregistratie Personen), maar een dakloze niet. Dit zegt het Trimbos-instituut op hun website.

ETHOS-telling
Op 11 april was er een ETHOS-telling, waarbij het aantal dak- en thuislozen in de regio Hart van Brabant in kaart werden gebracht. Hier horen ook de gemeenten Dongen, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk bij. 68 organisaties deden mee met de telling en het werd duidelijk dat er nog steeds veel daklozen zijn. Volgens deze telling zijn er in totaal 1484 dak- en thuislozen in de regio.

In totaal zijn er 334 dak- en thuisloze kinderen (onder de 18 jaar) geteld. Ook heb je kinderen die indirect betrokken zijn bij de situatie van een dak- of thuisloze ouder, dit zijn in totaal 425 kinderen. Meestal is de ouder dan dakloos, maar het kind zelf niet. Een groot deel (43 procent) van de getelde personen is jonger dan 28 jaar. Het grootste deel van de dak- en thuisloze personen verblijft noodgedwongen bij familie, vrienden of derden (31 procent) en in de tijdelijke opvang (24 procent). Het valt op dat een groot deel van de dak- en thuisloze vrouwen (37 procent) samen met eventuele kinderen verblijft bij familie, vrienden, kennissen of derden. Deze groep is dus verborgen dakloos.

Hoe gaat daklozenopvang Traverse om met daklozen?
Mensen uit de Langstraat die geen (tijdelijke) verblijfplaats hebben, kunnen bij Traverse in Tilburg onderdak aanvragen. Ze zien een stijging in het aantal mensen dat onderdak aanvraagt. Als we Traverse vragen wat voor oplossingen zij hebben voor het daklozenprobleem, is dat lastig. Er zijn namelijk veel factoren die van invloed zijn op dakloosheid. "Er is geen een beste oplossing. De krapte op de woningmarkt werkt niet mee, de stijging van de prijzen werkt niet mee. Er zijn oplossingen nodig op heel veel verschillende fronten om het aantal dak- en thuislozen te verminderen.’’

Schaamte
Veel mensen voelen ook schaamte om naar de voedselbank te gaan wat heel jammer is. Ze zijn zó welkom, aldus Anne-Mieke Lamers, vrijwilliger van  voedselbank Waalwijk. De voedselbank in Waalwijk ziet sinds 2 maanden een lichte stijging in het aantal mensen dat komt. Helaas kunnen daklozen niet terecht bij de voedselbank; dat is zo geregeld vanuit het overkoepelend orgaan Voedselbanken Nederland. De reden hiervoor is dat de meeste daklozen geen (vaste) verblijfplaats hebben, dus een adres kunnen aangeven van waar ze wonen.

De voedselbank werkt samen met Team Geldzorgen. Er zijn steeds meer mensen die vanuit werk wel een inkomen hebben, die alsnog de voedselbank nodig hebben om te kunnen eten. Dit is niet de grootste groep, maar die zijn er wel. "Er zijn zelfs mensen die met z’n tweeën werken die nog niet rond kunnen komen. Alles wordt duurder en de kosten stijgen enorm.  Team geldzorgen gaat dan heel fijn met iemand in gesprek, men komt dan naar de Voedselbank, waardoor een gezin geen zorgen heeft of ze genoeg eten hebben. Ze kunnen ze zich dan focussen op andere zaken, bijvoorbeeld weer werk zoeken of zaken anders regelen. Heel fijn als je daar dan mee geholpen wordt'', aldus Lamers.

Ook Wijk-GGZ’er Frits Looren de Jong van de gemeente Waalwijk merkt dat er soms schaamte heerst. In dit geval om aan de bel te trekken om met een GGZ’er te praten. "Heel veel mensen die lukt dat niet. Vaak wordt er door omwonenden van een verward persoon of dakloze ingegrepen en laten ze dat weten aan de gemeente. Het kan ook zo zijn dat ze maatschappelijk opvallen, dus het kan zijn dat de politie iemand aanhoudt, omdat die fietst waar het niet mag, of slingert. Het hoofdprobleem lijkt dan dat die persoon niet goed weet waar die heen moet. En dan komen ze vaak bij mij terecht om te kijken wat de oplossing kan zijn voor het probleem. Soms is het ook zo dat mensen zelf niet het besef en het inzicht hebben dat er iets mis en ook via contact krijg je dat niet voor elkaar.’’

Uitzichtloze situatie

De mensen die geen huis hebben en ook geen inschrijving in de gemeente hebben, hebben volgens De Jong een fors probleem. "Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld: bij een scheiding, als je op een gegeven moment niet meer in een huis woont. Als je geen inschrijving hebt in het Nederlandse bevolkingsregister, mag je ook niet meer werken. Dit komt doordat belasting en inkomen samen zijn geregeld. Dat heeft de gemeente ook gerealiseerd en inmiddels zijn gemeenten er aan gehouden om mensen een zogenaamd ‘briefadres’ te geven. Wat betekent dat ze zijn ingeschreven op het gemeentehuis. Dus jouw vestigingsadres is dan het gemeentehuis. Wat we van die mensen dan wel verwachten is met een eigen goede oplossing te komen en dat wordt ook gemonitord.''

De Jong zegt dat er ook nog steeds mensen zijn die in de volledige dakloosheid zitten en dus helemaal uitgeschreven zijn. Eén van die dingen wat je moet doen als je een briefadres hebt, is het ophalen van je post eens in de twee weken. En als je dat soort dingen niet doet dan wordt er een onderzoek ingesteld. "Dan worden je gegevens naar Den Haag gestuurd in de database en dan krijg je achter je naam staan ‘vertrokken uit Nederland met onbekende bestemming’. En dan zijn er heel veel dingen die je dan niet kunt.''

Oplossing niet altijd even duidelijk

Volgens De Jong is het vinden van een geschikte oplossing makkelijker gezegd dan gedaan. "Wat altijd lastig is, is wanneer je ziet dat mensen met ernstige problemen kampen, daar sociaal ook mee vast lopen, maar dat er eigenlijk weinig mogelijkheden zijn om tot oplossingen te komen. Je hebt de mensen die zelf zeggen 'ik heb een psychiater of wat dan ook nodig' en je hebt de mensen die volledig doordraaien. Die worden verplicht opgenomen met een maatregel van de rechter."

‘’Daartussen heb je een heel groot grijs gebied'', licht De Jong toe. "Dat zijn vaak hele lastige dillema’s, je ziet dat die mensen klem zitten met zichzelf, maar de oplossing is dan kennelijk niet simpel. Want als je dan aan de GGZ vraagt 'is dit crisiswaardig?' dan is het dat nog net niet. Ook al als mensen in een bepaalde buurt wonen, dat je ziet dat een buurman heel raar gedrag vertoond. Maar de politie kan er geen bon voor uitschrijven, de GGZ weet niet hoe we dit kunnen behandelen en de persoon zelf zegt 'met mij is er niks aan de hand'. Dat kunnen situaties zijn die lang duren en waar je moeilijk tot aan een oplossing komt.''

Afbeelding ter illustratie