Oleksandr, Nina en Sergii vluchtten uit Oekraïne: ‘Het was heel moeilijk’

TILBURG/DONGEN - Noodgedwongen huis en haard verlaten, omdat je thuisland niet langer veilig is. Volgens Vluchtelingenwerk verblijven op dit moment meer dan 110.000 Oekraïners met dit lot in Nederland. Voor veel mensen is dit een ver-van-hun-bed-show. Zij stellen zich voor hoe de Oostblokkers rillend en opeengepakt in een garage-achtige setting zitten, met niets dan één gasvlam en een broodkorst in hun midden. Dit beeld blijkt quatsch. Regio Hart van Brabant telt verschillende mooie opvanglocaties voor Oekraïense ontheemden. Ontmoetingen op deze plekken leveren bijzondere verhalen op.

Sergii Panchenko (40) woont samen met 35 anderen in de opvang aan de Triangellaan in Dongen. Een rustige, maar zeer vriendelijke man. Samen met zijn vrouw, twee jonge kinderen (zoon van 6 en een dochter van 7), zus, moeder en schoonmoeder woont hij sinds 2022 in Nederland. De familie heeft haar woning in het zuidoosten van Oekraïne moeten achterlaten, omdat de regio momenteel bezet wordt door de Russen.

Op de vraag of het moeilijk was om Oekraïne achter zich te laten, zucht hij diep. ‘’Het was heel moeilijk. Vanaf het moment dat de oorlog begon, leefden wij in angst. Maar we moesten ons aanpassen. Ik ben heel dankbaar voor Nederland. Hier hebben wij rust en vrede gevonden.’’


De opvang waar Sergii en zijn moeder verblijven (foto: Siem van der Kaa)

Nieuw werk zoeken
Sergii vond gelukkig al snel een baan in Dongen. Hij ging aan de slag in het warenhuis van Tesla. Een grote sprong in het diepe, want in Oekraïne had hij een hele andere baan. ‘’Ik was het hoofd van een accountantsafdeling. Ik heb hard moeten leren voor mijn nieuwe baan. Na een jaar hard werken heb ik promotie gekregen. Inmiddels werk ik bij Tesla als data-analist’’, vertelt hij trots.

Ondertussen worden in de gezamenlijke ruimte de lampjes in de kerstboom gehangen. De bewoners zijn al helemaal in de stemming. Sergii hoefde voor zijn nieuwe baan geen nieuwe taal te leren. Met zijn Engels kan hij namelijk prima uit de voeten. Zijn vrouw en kinderen zijn wel Nederlands aan het leren. ‘’Mijn jongste zoon van zes kan zelfs beter Nederlands dan Oekraïens. Hij is de enige in de gehele opvang die ‘Dongen’ op de goede manier uitspreekt”, lacht Sergii.

Sociale bubbel in het broederhuis
Buiten de Teslafabriek vindt Sergii’s sociale leven plaats in de opvang. In het voormalig broederhuis wordt er geslapen, samen gekookt, vieren ze de feestdagen en delen ze verhalen met elkaar als een hechte groep. Stuk voor stuk mensen met een ingrijpend verhaal, hopend op een goede toekomst. Ook de moeder van Sergii woont hier. Met trillende handjes en trots in haar ogen laat ze een briefje zien. ‘’Toen ik nog in Oekraïne was, had ik heel slecht zicht. Ik kon bijna niets zien. In Nederland ben ik geopereerd aan mijn ogen. Ik ben Nederland ontzettend dankbaar daarvoor. Dit doktersbriefje is van mijn oogarts dokter Porro. Hij is mijn grote held!’’

Niet weg uit Nederland
Sergii mist zijn thuisland enorm. Toch wil hij met zijn gezin heel graag hier in Nederland blijven. Niet voor zichzelf of voor zijn vrouw, maar vooral zijn kinderen. ‘’Mijn kinderen zijn hier geïntegreerd. Ze spreken Nederlands en gaan naar school met Nederlandse kinderen. Het zou voor hen super stressvol zijn als wij ineens in Polen of Duitsland moeten gaan wonen. Het liefste zouden wij voor ons vieren hier een huis willen kopen. Maar zekerheid dat wij hier mogen blijven, hebben we niet.”

Sergii kijkt nog een keer naar zijn moeder. De familie heeft eigenlijk één mogelijkheid tot zekerheid over hun verblijf, via het werk bij Tesla. ‘’Op dit moment ben ik een gekwalificeerde arbeidsmigrant. Als ik nog een stap omhoogga, ben ik een hooggekwalificeerde migrant. Als ik dat ben, krijg ik een sponsorbedrag van Tesla en krijg ik een permanente verblijfsvergunning. We willen wel echt met het gezin in Nederland blijven.’’


Oleksandr en Nina bij hun gedenkhoekjes in de Oekraïense opvang (foto: Oleksandr Denysenko)

Na een maand gevlucht naar Tilburg 
In de Oerlesestraat zit een opvang voor Oekraïense vluchtelingen die zorg behoeven. In het voormalig verzorgingshuis zitten Oleksandr (71) en Nina (67) Denysenko achter een kop koffie. Nina laat op haar telefoon een filmpje zien van een totaal verwoest appartement in Charkov. ‘‘Wij zijn gevlucht op 2 maart en deze beelden zijn van 3 april, dit was ons huis’’, vertelt ze. ‘‘Het is gefilmd door een bewoner van het gebouw die daar is gebleven. Het gebouw telde zestien verdiepingen, op het laatst woonden er nog slechts twee mannen, een zestienjarig kind en zijn moeder.’’ Er volgt een tweede beeld: roetbedekte rakethulzen, op de achtergrond hun getroffen straat.

De oorlogshorror spookt dagelijks door de hoofden van Oleksandr en Nina. In de ruimte is op initiatief van een sociaal werker een gedenkhoek voor hun land gemaakt. De invulling is volledig door de bewoners verzorgd: de Oekraïense vlag boven foto’s van de Charkovse ruïnes. Er brandt een kaars, hangt een bloemenkrans en twee Motanka-poppetjes houden de Oekraïense cultuur stilletjes in ere.

Oleksandr: ‘‘We zijn in januari dit jaar uit Charkov verhuisd vanwege raketaanvallen op die stad. Charkov ligt dertig kilometer van de Russische grens. In Nederland werden we snel geholpen. We kwamen met de trein bij het Rode Kruis en daar vertelden ze dat het vanaf hier beter met ons zou gaan. Onze problemen werden goed begrepen.’’

Willem II 
Wat Oleksandr groot verdriet deed, was dat hij niet meer de trouwe supporter op de tribune van zijn club FC Metalist Charkiv kon zijn. Fantastisch genoeg regelde een sociaal werker twee tickets voor Willem II-RKC, omdat Oleksandr het voetbal zo miste. Nina: ‘‘Mijn man was heel erg opgetogen, zo blij als een kind.’’

De Mentalist-fan (al sinds 1960) zag hoe de tricolores met 3-0 wonnen en was meteen verkocht. Hij spreekt uitsluitend nog in de wij-vorm als het over Willem II gaat. Oleksandr: ‘‘In die wedstrijd in september scoorden we het eerste doelpunt met een penalty’’, vertelt de kersverse fan. Hij laat foto’s zien van zichzelf en Nina in het stadion, tussen de Nederlandse supporters, in een wel heel bijzonder shirt. Het is het uitshirt van seizoen ’20-’21 met alle handtekeningen erop. Hij kreeg het samen met de twee tickets van een ContourdeTwern-medewerker, omdat Oleksandr boven alles een voetbalfan blijft.


Oleksandr en Nina bij een wedstrijd van Willem II (foto: Oleksandr Denysenko)

Fans 
Nina: ‘‘Toen we in het stadion waren, hielpen de fans ons heel goed. Ze lieten ons zitten en kwamen er gezellig bij. Ze vroegen waar we vandaan kwamen, namen foto’s met ons. Wij gaven hen Oekraïense snoepjes.’’

Oleksandr: ‘‘De voetbalclub geeft ons een gevoel van nostalgie. Ik zit hier precies zo in het stadion als ik bij Charkov deed, de Tilburgse sfeer is hetzelfde, lekker luidruchtig, supporters zingen liedjes, in die zin is het een voortzetting van mijn leven.’’

Hun slaapkamer in de opvang hangt vol kindertekeningen, van de kleinkinderen. Zulke aankleding, samen met de nodige afleiding, maken het leven in de opvang draaglijk. ‘‘We zijn heel blij dat we uit die hel zijn’’, meent Oleksandr. Nina kijkt hem aan en zegt: ‘‘We zitten hier al bijna een jaar. We voelen ons hier goed, met zulke lieve vrijwilligers en sociaal werkers. Nederland heeft ons beschermd. We zijn heel dankbaar.’’

Twee redacteuren, een samenwerking tussen Omroep Tilburg en Langstraat Media, bezochten twee opvanglocaties in de regio. Omroep Tilburg bezocht de Oerlesestraat, Langstraat Media ging naar de Triangellaan in Dongen.