WAALWIJK - Slechts zes procent van de ruim 9000 overheidssites en mobiele apps is toegankelijk voor mensen met een beperking, blijkt uit een jaarlijks rapport van het College voor de Rechten van de Mens.
Hoe zijn deze digitale vaardigheden aan te leren en welke oplossingen zijn er voor dit probleem?
Om deze vraag te beantwoorden ging Langstraat Media in gesprek met Tanja Wark, zij is Regiomanager en docent bij stichting Prago in Noord-Brabant. Prago geeft lessen basiseducatie door heel Nederland. Er worden lessen gegeven over lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden aan volwassenen die moeite hebben met leren. Hierbij gaat het dan om bijvoorbeeld mensen die laaggeletterd zijn of iemand die een licht verstandelijke of psychische beperking heeft. Één van de leslocaties zit in de gemeente Waalwijk. In de kansenfabriek aan de Balade geeft Prago elke dinsdag gratis les. Deze lessen worden gefinancierd door de gemeente Tilburg.
Deelt u de zorgen van het College voor de Rechten van de Mens over dit rapport?
Tanja Wark vertelt dat ze die zorgen deelt: "Als je het hebt over toegankelijkheid, dan kun je dat onderverdelen in vier verschillende categorieën. Je hebt mensen met een visuele beperking, gehoorbeperkingen, fysieke beperkingen en de cognitieve beperkingen (mensen met een geheugenachterstand, red.). Er is hierin ook een samenhang te zien; mensen die moeite hebben met digitale vaardigheden, hebben vaak ook taalproblemen, waardoor ze moeite hebben om websites te lezen en te begrijpen."
Wark vervolgt: "Websites van de overheid moeten taalniveau B1 hebben, maar dat niveau is voor de cursisten vaak nog te lastig. Tachtig procent van de bevolking kan dat niveau aan, maar de meeste cursisten vallen buiten die tachtig procent. Mijn zorgen zijn groot. Het is lastig voor onze cursisten om websites te begrijpen, dit kost echt jaren om aan te leren."
Wat maakt een site toegankelijk voor de cursisten?
Wark weet wat de cursisten aanspreekt binnen een site: ''Allereerst is beeld heel belangrijk, dus filmpjes waarin iets op een toegankelijke manier wordt uitgelegd. Daarnaast werken pictogrammen ook goed en daarbij zo min mogelijk tekst. Eigenlijk moet een website in het begin al duidelijk zijn, dus dat bijvoorbeeld alle producten of diensten meteen te zien zijn. Bijvoorbeeld, als iemand een paspoort moet aanvragen, dan vinden onze cursisten het fijn dat ze meteen weten waar ze dat kunnen vinden. Onze cursisten zijn al blij als ze op de website komen, maar als ze op de homepage niet duidelijk zien waar alles te vinden is, dan raken ze in de knel. Kort gezegd: een website moet intuïtief zijn."
Wat wordt er concreet gedaan binnen Prago om de digitale vaardigheden aan te leren?
Wark over de werkwijze: "Prago staat voor Praktisch Gericht Onderwijs, dus we kijken zoveel mogelijk naar wat ze in de praktijk nodig hebben. Iemand komt bij ons binnen en geeft dan aan waar hij/zij aan wil werken. Wij willen dan concreet weten waar iemand aan wil werken, dus bijvoorbeeld: 'Ik wil mijn boodschappen online kunnen doen'."
Ze vertelt verder: "We proberen het probleem stapje voor stapje op te lossen. Onze groepjes zijn klein, bestaande uit maximaal acht cursisten. De docent en onze vrijwilligers gaan individueel met de cursisten aan de slag. De eerste stap is dan de computer aanzetten om vervolgens de website op te zoeken. Dit gaat gepaard met wekenlang hetzelfde doen voordat ze het zelf onder de knie hebben. Iedere week moeten ze weer nadenken hoe het ook alweer in elkaar steekt. Ze schrijven ook de verschillende stappen op, om zo thuis ook nog verder te oefenen. Als ze het zelf opschrijven, dan onthouden ze het ook beter."
Ziet u in de praktijk ook dat de cursisten stress ervaren van bijvoorbeeld het doen van online bankzaken of van een paspoort aanvragen?
Tanja Wark vertelt dat ze die stress al ziet als de cursisten binnenkomen: "Dat zie ik zeker, dat begint al bij hoe de cursisten bij ons binnenkomen. Ze willen graag hun ei kwijt en beginnen vaak ook meteen met: 'Oh ik wil dit leren'. Een voorbeeld van een cursist is dat hij aangaf: 'Het ziekenhuis zegt dat ze een afspraak hebben gestuurd en dat ik een mailtje krijg dat in het dossier stond. Maar waar staat dat dan?' Hoe moet ik dat doen? Wat is DigiD?''
Wark gaat verder: "Dit soort vragen spelen bij deze groep, en hier kunnen ze stress van ervaren. Wij zijn ook heel erg bezig met het sociale en welzijnstukje. Het is belangrijk dat ze lekker in hun vel zitten en hun ei kwijt kunnen. Als hun hoofd vol zit, dan lukt het leren ook niet. Ze moeten zelfvertrouwen kweken dat ze het kunnen. Ook vinden ze het fijn om bevestiging te krijgen dat ze het goed doen, dit wordt gewaarborgd door veel complimenten te geven."
Kunt u uitleggen hoe de sfeer binnen de groep cursisten is?
Wark vertelt over de voordelen van een kleine groep: "Bij ons zitten acht mensen, die werken bijna allemaal aan andere vaardigheden. Dit doen ze op een ander niveau en tempo. Er zijn dan bijvoorbeeld twee cursisten die werken aan digitale vaardigheden. Als de dames van computervaardigheden naast elkaar zitten, dan merk je wel dat ze aan elkaar dingen vragen. Dan zie je mooi dat de kennis ook gaat groeien. Ze leren zeker van elkaar!"
Hoe kijkt u naar de toekomst van deze stichting?
Wark: "Vooral op financieel gebied is er onzekerheid. Wij krijgen subsidie van de gemeenten, om zo de lessen te kunnen bekostigen. Wij maken ons vooral zorgen over het jaar 2026, wat ook wel het 'ravijnjaar' wordt genoemd. Gemeenten krijgen minder geld voor laaggeletterdheid. Er is een grote behoefte voor Prago, maar gemeenten zijn voorzichtig met de financiële middelen die ze kunnen besteden. Deze bezuinigingen kunnen een negatieve rol spelen voor Prago. We hopen dat er aandacht blijft voor laaggeletterdheid!''